Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Ontwikkeling risicoprofiel
Met de invoering van de kadernota integraal risicomanagement en weerstandsvermogen 2020-2024
is de systematiek om risico's in beeld te brengen doorontwikkeld. Door een integrale samenwerking met alle betrokkenen worden de risico’s organisatiebreed in beeld gebracht. Risicomanagement is een dynamisch proces, waarbij de inzichten van risico's kunnen veranderen. De risicoanalyse kan daarom continu aangepast worden en geeft daarmee een actueel beeld van de risico's.
De belangrijkste wijzigingen worden in deze paragraaf toegelicht. Deze wijzigingen hebben een sterke invloed op de weerstandsratio: de verhouding tussen de omvang van de risico's en de beschikbare middelen om deze op te vangen wanneer deze zich voordoen (zie paragraaf 5.2.5 voor de berekening). Het risicoprofiel is gewijzigd door een verhoogde kans op een beveiligingsincident die zorgt voor discontinuïteit in de dienstverlening en door de opening van de grondexploitatie XL Businesspark 2. De benodigde weerstandscapaciteit stijgt hierdoor van 9,7 miljoen euro in de jaarverantwoording 2024 naar 23,0 miljoen euro in deze programmabegroting. Aangezien de beschikbare weerstandscapaciteit ongewijzigd is, daalt de weerstandsratio van 4,7 in de jaarverantwoording 2024 naar 2,0 in deze programmabegroting. De daling van het weerstandsvermogen was voorzien en ook al aangekondigd in de jaarverantwoording 2024. Ook met deze daling blijft de weerstandsratio boven de minimale omvang van 1,2. Omdat de omvang van de financiële risico's toenemen, wordt ook meer aandacht gegeven aan de beheersing daarvan.

Weerbaarheid en wendbaarheid
Bij de inventarisatie van risico's wordt onderscheid gemaakt in risico's met betrekking tot wendbaarheid en
weerbaarheid. Wendbaarheid (flexibiliteit) is het vermogen om zodra een onverwachte gebeurtenis zich aandient, daarop te anticiperen. De gevolgen hebben niet zozeer een directe financiële impact op de begroting, maar vragen flexibiliteit in sturing om de doelen te bereiken. Weerbaarheid betreft het vermogen om 'schokken', onverwachte gebeurtenissen met een directe financiële impact, op te kunnen vangen. Daarvoor is een zogenoemd weerstandsvermogen (buffer) nodig.

In onderstaande tabel is de top 15 van risico's met financiële effecten weergegeven waarvoor een buffer noodzakelijk is. Onder de tabel lichten we eventuele wijzigingen toe. De genoemde bedragen betreffen de mogelijke impact voor één jaar of indien van toepassing, de projectduur.

Top 15 financiële risico’s:

Nr.

Risico-omschrijving

Kans %

Maximaal financieel gevolg

1

Geen continuïteit dienstverlening door het voordoen van beveiligingsincident

60

   5

2

Onzekerheid over de prijsontwikkeling van de zorg

50

   1

3

Noodzakelijke (veiligheids)voorzieningen gevels binnenstad Stadsbaken

50

   1

4

Noodzakelijke (veiligheids)voorzieningen parkeerdek Havenblok binnenstad

50

   1

5

Ondermijning neemt toe

70

       0,5

6

Onzekerheid over de vraagkant van de zorg

30

   1

7

Onzekerheid over de verzilveringsgraad van de zorg

30

   1

8

Claims van ontwikkelaars en derden door het niet nakomen van verplichtingen

30

   1

9

Onvolledige of onjuiste naleving inkopen, aanbesteding en contractbeheer

20

   1

10

Sterke toename aantal incidenten met kwetsbare personen

50

       0,3

11

Ongeoorloofde toegang tot (persoons)gegevens

30

       0,5

12

Hoog verloop personeel en niet kunnen invullen van cruciale functies

50

       0,3

13

Medewerker wordt geconfronteerd met agressief gedrag

70

       0,2

14

Maatschappelijke onrust, radicalisering en polarisatie in de gemeente

70

       0,2

15

Projectrisico's fysiek domein

10

   0,5

Bedragen x 1 miljoen euro.

Toelichting belangrijkste wijzigingen top 15

Ontwikkelingen
Ten opzichte van het laatst opgestelde risicoprofiel in de jaarverantwoording 2024 zijn er wijzigingen opgetreden in de benodigde weerstandscapaciteit, de beschikbare weerstandscapaciteit en daarmee de weerstandsratio. De wijzigingen in de benodigde weerstandscapaciteit komen voort uit onderstaande ontwikkelingen.

Beveiligingsincident
Het dreigingsbeeld van de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) voor 2025-2026 benadrukt de toenemende digitale dreigingen voor gemeenten, met name ransomware, datalekken en verstoringen door incidenten. Door de toenemende dreiging wordt de kans steeds groter dat de gemeente wordt getroffen door een beveiligingsincident die de continuïteit van dienstverlening zal raken. Met informatiebeveiliging en bedrijfscontinuïteitsmanagement heeft een gemeente instrumenten voorhanden om de kans van optreden en/of het gevolg van het beveiligingsincident te verkleinen.

De belangrijkste dreigingen voor een gemeente zijn:
Ransomware: Dit blijft de grootste dreiging voor gemeenten. Criminelen maken gebruik van kwetsbaarheden in gemeentelijke systemen om gevoelige data te stelen en deze te versleutelen, met als doel losgeld te eisen. De impact van ransomware kan leiden tot ernstige privacyschendingen, imagoschade en financiële verliezen.
Datalekken: De risico's van datalekken zijn significant, vooral gezien de vertrouwelijke informatie die gemeenten verwerken. Dit kan leiden tot schending van de privacy van inwoners en een verminderd vertrouwen in de overheid.
Verstoringen door Leveranciers: Gemeenten zijn steeds afhankelijker van externe partijen, wat extra risico's met zich meebrengt. Incidenten bij leveranciers kunnen leiden tot verstoringen in gemeentelijke processen.

Stedelijke ontwikkeling/grondexploitaties
Almelo staat voor grote ruimtelijke en maatschappelijke opgaven. Door het bouwen van nieuwe woningen en herstructurering van bestaande wijken moet de stad meer in balans komen. In de Strategische Investeringsagenda stedelijke ontwikkeling Almelo 2025 worden deze keuzes gemaakt. Met de investeringsagenda en de daarin opgenomen spelregels wordt de gemeenteraad in positie gebracht keuzes te maken over de prioritaire opgaven en daarvoor gericht middelen beschikbaar te stellen. De mate waarin en de snelheid waarmee de investeringsagenda kan worden uitgevoerd, is afhankelijk van het beschikbaar komen van aanvullende incidentele en structurele middelen.  

Bij stedelijke ontwikkeling, zeker bij een actieve gemeentelijke rol, zijn risico’s verbonden. Dat betreft ook financiële risico’s, die een claim leggen op het beschikbare gemeentelijke weerstandsvermogen. Deze risico’s zijn dynamisch. Om die reden worden deze financiële risico’s in het kader van de gemeentelijke begroting en jaarverantwoording in beeld gebracht en afgezet tegen het actuele weerstandsvermogen. In de uitvoering is een scherpe aandacht voor het beheersen van de risico’s. In de Strategische investeringsagenda is een aantal maatregelen opgenomen om de kans of het gevolg te verkleinen. De maatregelen richten zich op de planopzet, de inzet van externe/bestaande middelen, projectfasering en het beheersen van projectrisico's.

De risico's van de lopende grondexploitaties zijn in deze programmabegroting geactualiseerd. Dit resulteert in een benodigde weerstandscapaciteit van 16,6 miljoen euro.

Ravijnjaar en besparingsopgave
Bij de meicirculaire 2025 van het gemeentefonds hebben gemeenten wat lucht gekregen doordat het "Ravijnjaar" is opgeschoven van 2026 naar 2028. De financiële onzekerheid is daarmee niet weg, maar slechtst verplaatst.
Al in een vroeg stadium, bij de Perspectiefnota 2023-2026 zijn kaders met bijbehorende zoekrichtingen bepaald waarlangs de besparingen gezocht moesten worden. Deze besparingen zijn in de daaropvolgende P&C documenten verder uitgewerkt. Van deze besparingsopgave moet ongeveer 20 miljoen nog worden gerealiseerd, waarvan ruim 17 miljoen in het sociaal domein.
Om de voortgang van deze besparingsmaatregelen in het sociaal domein zorgvuldig te volgen, is een monitoringssysteem ontwikkeld. Periodiek wordt de uitvoering van de maatregelen geanalyseerd, zodat eventuele afwijkingen vroegtijdig worden gesignaleerd en bijgestuurd indien nodig. Mocht blijken dat de besparingsopgave niet of niet tijdig wordt gerealiseerd dan zal als eerste een beroep worden gedaan op de bestemmingsreserve Sociaal domein, voordat het beschikbare weerstandsvermogen wordt aangesproken. De bestemmingsreserve is ingesteld om incidentele tekorten binnen de Participatiewet, de Wmo en Jeugdwet af te dekken. De omvang van de reserve bedraagt ruim 16 miljoen euro.

Deze pagina is gebouwd op 12/11/2025 17:00:38 met de export van 12/11/2025 16:55:55